Reve in bad
Zonder twijfel was Gerard Reve het meest geniaal in de jaren zestig. Zijn ongekend creatieve bloeiperiode komt vrijwel overeen met de tijd waarin hij samenleefde met Willem Bruno van Albada. Nader tot U, dat huiveringwekkende meesterwerk, is aan hem opgedragen. Reve heeft in een groot aantal (brieven)boeken vrijelijk over zijn relatie met Teigetje (of Tijger) zoals hij al spoedig werd genoemd, geschreven. In 1969 voegde Henk van Manen zich bij het duo. Vanwege zijn onrustige slaapgedrag kreeg de nieuweling al snel de naam Woelrat. Ook deze menage á trois keert in het werk van Reve vele malen terug. In de jaren zeventig maakte Reve zich van zijn ‘lieve jongens’ los, waardoor ze gedwongen werden op eigen benen te staan. Nop Maas beschrijft deze enerverende verwikkelingen natuurlijk in het tweede deel van zijn biografie over Reve, maar toch is het verfrissend dat Teigetje en Woelrat in Ons leven met Reve nu zelf aan het woord komen. Opvallend is de kalme toon waarop ze hun verhaal vertellen, er is geen sprake van wrok of een poging tot afrekening, hoewel ze daar toch wel redenen voor hebben. De wijze waarop Nop Maas bijvoorbeeld over hen schrijft is lang niet altijd sympathiek, maar ze wijden er geen woord aan. Van een zekere ingehouden woede is alleen sprake in het inleidende hoofdstuk over de begrafenis van Reve, waar de twee nadrukkelijk buiten de deur werden gehouden. Ons leven met Reve wordt verteld door Teigetje. Nadat Woelrat op het toneel verschijnt schakelt hij weliswaar op ‘ons’ over, maar hij blijft de woordvoerder. Hoewel het niet expliciet wordt genoemd is het wel duidelijk dat er geen toestemming was om uit de brieven van Reve aan hen te citeren. Daarom ontbreekt de stem van de meester geheel, Teigetje vat steeds zijn woorden samen. (meer…)