Geen gezellige stukjes over de natuur
Het einde van Naar de natuur lijkt vrolijk en harmonisch te zijn: Koos van Zomeren zit de familie aan tafel en twee kleinkinderen zijn bezig met bellen blazen en kapot slaan. ‘En daar gaat weer een sliert bellen over de tafel, en daar gaan we weer achteraan, en daar begint Niek weer te schateren, en Dries schatert mee, en zo zitten we allemaal te schateren van het lachen.’ Zo lijkt Naar de natuur opeens als een heel vrolijk boek te eindigen, ware het niet dat ik ooit bij kunstgeschiedenis geleerd had dat de ‘homo bulla’ een veel gebruikt vergankelijkheidssymbool is, de mens gaat net zo makkelijk kapot als een zeepbel. Alle familieleden staan te te lachen, maar Naar de natuur is het meest zwarte boek uit het oeuvre van Koos van Zomeren.
(meer…)