Tot de hardcore bezoekers behoor ik niet, maar in de loop der jaren heb ik al heel wat Van der Leeuw-lezingen meegemaakt. In 1987 bijvoorbeeld spraken Amos Oz en co-referent Joop den Uyl in de Martinikerk in Groningen. Misschien heb ik dat goed onthouden omdat de politicus binnen enkele maanden overleed. Van de lezingen weet ik me niets meer te herinneren. Ook niet van recentere lezingen. Ik wist zelfs niet eens wie er vorig jaar spraken (Ilija Trojanow en Arnon Grunberg). Het onderwerp van de lezing van Joshua Foer ‘Het geheugen na de zondvloed’ was dan ook wel aan mij besteed.
Samen met hoofdredactrice Roos Custers sta ik in de enorm lange rij voor de Martinikerk. Bij vroegere edities werden nog wel eens twee deuren opengedaan, nu moeten dik duizend mensen door één deur naar binnen. Naarmate de aanvangstijd nadert worden de kaartjes minder gecontroleerd (als wij aan de beurt zijn, mogen we zelfs gewoon doorlopen). Een half uur in de rij wachten om uiteindelijk helemaal achterin de Martinikerk terecht te komen, maar volgens organisator Douwe Draaisma mochten we ons toch bevoorrecht voelen, want dit intellectuele social event had met gemak drie keer zoveel kaartjes kunnen weggeven, zoveel vraag was ernaar. We stellen ons tevreden met het zicht op een tv-monitor die op twintig meter afstand staat, voor een pilaar die het uitzicht ontneemt op het spreekgestoelte. Met weemoed denken we terug aan die ene keer dat we VIP-kaarten hadden en vooraf al borrelend en hapjes etend mochten wachten in de ‘librije’ van de kerk om daarna als laatsten de kerk te betreden, waarna we vooraan op gereserveerde stoelen konden plaatsnemen, terwijl het gepeupel al een half uur zat te blauwbekken op de kerkstoeltjes. (meer…)