ANSICHT UIT BRANTES*
voor J. I.
De huizen hangen hier met spuugklodders
en speekseldraden vast aan het azuur: marionetten
van die goddelijke jeune premier, etages hogerop.
De aarde aarzelt tussen vaginaverdriet en peniskermis,
tussen dovemansdorst en blindelingenhonger.
Hier is het dat wij alles willen: een berg die een lucht
zomaar zoent, gekwijl waaruit een dorp tevoorschijn lekt.
Zo spannen allen hier volmondig samen met lucht en berg en dorp.
En ook al zie je haast geen mens, eendrachtig dragen zij
één naam. Want zo verzameld noemen zij zich Brantes.
De goden van een ander land zijn vaak vraatzuchtiger:
soms eist elkeen van hen het offer van een naamloos kind.
Maar driemaal daags rukken mannen zich hier af. Zwijgzaam.
Van pure pijn om niet of wel te zijn. Al naargelang.
Hoe kunnen dan hun vrouwen toch zo morsig blijven baren?
*Brantes: dorp in het Zuid-Franse departement Vaucluse.
Luuk Gruwez
(meer…)